Na jaren actief te zijn in de erfgoedsector besloot Femke om de boerderij van haar man en schoonvader halftijds mee te ondersteunen. Over boeren in een stad, leren loslaten en de juiste balans vinden tussen tractoren en glitter.
“Onze boerderij ligt vlak bij de stad, waardoor mensen vaak vergeten dat we hier écht boeren”
Na jaren actief te zijn in de erfgoedsector besloot Femke om de boerderij van haar man en schoonvader halftijds mee te ondersteunen. Over boeren in een stad, leren loslaten en de juiste balans vinden tussen tractoren en glitter.
Je bent onlangs zelf mee in de zaak van je man en schoonvader gestapt. Vanwaar die keuze? Femke: “Ik heb altijd gezegd dat ik mijn man zou steunen met de boerderij, maar dat het werk niets voor mij was. In de loop van de jaren begon ik er anders over te denken: aan de eettafel hoorde ik hoe het écht was en leerde ik de toffe kanten kennen. Bovendien vond ik het een mooie gedachte om het familiebedrijf samen verder te zetten, ook met onze dochters. Sinds enkele maanden werk ik mee op de boerderij: ik ben vooral bezig met de hoevewinkel, de administratie en de communicatie. Daarnaast ben ik mijn tractorrijbewijs aan het halen, omdat ik graag mee het veld op wil gaan.”
Wat vind je zo leuk aan je job? Femke: “De uitdaging om de korte keten uit te bouwen. In de media worden boeren vaak afgeschilderd alsof ze niet om de natuur en dieren geven, en ik wil dat misverstand de wereld uit helpen. Onze boerderij ligt heel dicht bij de stad zelf, dus mensen vergeten vaak dat we hier écht boeren. Zo heb ik onlangs de hoevewinkel, die al meer dan 60 jaar bestaat, in een nieuw kleedje gestopt. Ik heb mooie foto’s opgehangen van het werk op de boerderij, en ik merk aan de klanten dat ze nu beter beseffen wat we hier doen én dat we dat met hart en ziel doen.”
Hoe is het voor jullie twee jonge dochters om op te groeien op de boerderij? Femke: “Fantastisch! Het zijn echte meisjes die van roze en glitter houden, maar je maakt hen net zo blij met een ritje op de tractor. Ze zien van dichtbij dat je hard moet werken om iets te bereiken, en dat vind ik een belangrijke les om hen te leren.”
Wat is het belangrijkste dat je al geleerd hebt van het werk op de boerderij? Femke: “Leren loslaten en accepteren dat niet alles altijd loopt zoals verwacht. Ik vind het fijn om dingen te plannen en op voorhand te weten wat er gaat gebeuren, maar op een boerderij gaat dat natuurlijk niet. Het leven hier is altijd heel onvoorspelbaar en er kan altijd iets tussenkomen. Toen ik naar het ziekenhuis zou vertrekken om te bevallen van mijn jongste dochter, moest er ineens een koe kalven. Die ging dan even voor en dan moest ik even wachten. Maar die onvoorspelbaarheid maakt het natuurlijk ook net zo interessant en mooi: vervelen zullen we ons niet snel!”
Hoe ziet de toekomst er nog uit? Femke: “Vandaag zijn we al een zeer gemengd bedrijf: we telen aardappelen, appels, peren, kersen, maïs, gerst, tarwe ... Daar werd bewust voor gekozen: als je bijvoorbeeld enkel fruit teelt en er eens een hagelstorm is, is je hele jaar om zeep. Om dat verhaal helemaal rond te maken, willen we binnenkort beginnen met eigen vleesproducten van ons Belgisch wit-blauw vee. Al maken we ons op langere termijn wel zorgen over het behoud van onze grond. Onze boerderij ligt op minder dan twee kilometer van de Grote Markt en we zien de huizen steeds dichterbij komen en de druk groter worden. Net daarom is het onze missie om mensen bewust te maken van het belang van boeren: als wij er niet meer zijn, moet voeding geïmporteerd worden. Dat is niet milieuvriendelijk en al zeker niet gezonder ...”