Hoe ben je in het vak terechtgekomen?
Mark: “Je moet weten dat ik al 32 jaar met bier bezig ben. Als achttienjarige proefde ik voor het eerst een echt Belgisch biertje. Ik werd omver geblazen door de kwaliteit en smaak: ik was gebeten door de biermicrobe. Ik dook de jaren nadien met de neus in boeken over bier, sloot me aan bij bierproefclubs en begon stilletjes zelfs thuis te experimenteren met bier. Ik droomde van een eigen brouwerij en mijn vrouw droomde van een café. Toen zag ik in het toenmalige televisieprogramma ‘Boeketje Vlaanderen’ een reportage over de Brouwerij Kerkom. De dag erna zat ik er al met een vriend op het terras! (lacht) De eigenaar werd een goede vriend en enkele jaren geleden vroeg hij me of ik het zag zitten om de brouwerij en het café over te nemen. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”
Wat is je lievelingsbier van eigen productie?
Mark: “De Blonde Bink, die is fris en licht verteerbaar met een hoppige neus en een bittere nasmaak. Van alle bieren die bovenaan mijn lijstje staan, zal 95% blond zijn. Maar er is voor ieder wat wils: we hebben zurige, bittere, zoete en neutrale bieren.”
Wat is je mooiste herinnering aan je zaak?
Mark: “Met mijn bier neem ik niet vaak deel aan wedstrijden, maar in blindproeverijen komt het er altijd uit als één van de besten. Dat doet deugd. Ik ontdekte een tijdje terug dat het toenmalige beste culinaire restaurant ter wereld, gelegen in New York, de Bloesem Bink op de kaart had staan. Natuurlijk ontzettend duur, aan die prijs heb je hier een halve bak Bloesem Bink! (lacht)”
Wat brengt de toekomst?
Mark: “Hopelijk nog veel meer bieren ontwikkelen! Ik heb er nog een stuk of dertig in mijn hoofd, maar ik mag niet van mijn vrouw. (lacht) In 2018 finaliseren we de restauratie van de hoeve en openen we onze nieuwe hangar. Volgend jaar is het de beurt aan een nieuwe brouwerij.”
Hoe proeft Limburg volgens jou? Wat maakt onze provincie zo smaakvol?
Mark: “Limburg biedt een enorme diversiteit, zeker Haspengouw. Van mosterd tot stroop, van wijn tot bier. Het is hier het Toscane van België, enkel de heuvels zijn hier kleiner! De dorpjes zijn hier nog echte dorpjes gebleven. Alles is dichtbij maar zo divers. Een ware rijkdom.”